Zoals we deze week hebben kunnen lezen, verdwijnen de streektalen in het Nederlandse taalgebied in rap tempo. Ik zie (en vooral: hoor) dat al langer gebeuren en vind dat, hoewel het logisch en onvermijdelijk is, jammer.
Streektalen vertellen ons veel over de geschiedenis van een land. In Nederland zie je bijvoorbeeld Friese, Frankische en Saksische talen en mengvormen waar deze volkeren op elkaar gebotst zijn. Aan (streek)taalgrenzen kun je ook nu nog zien hoe 1500 jaar geleden de Grote Volksverhuizing verlopen is. Dat is toch fascinerend!
Ik noemde de mengvormen al, ook een interessant fenomeen. Zo vormen streektalen een continuĆ¼m dat landsgrenzen, geschiedkundig een vrij recente uitvinding, overschrijdt. Zo kun je in het Noorden, van west naar oost, van het Fries, via het Westerkwartiers (een Saksisch-Friese mengtaal) en het Gronings naar het Oostfries aan de andere kant van de grens komen. Prachtig om te zien hoe men vroeger over grenzen heen met elkaar kon communiceren in de eigen taal, zonder op een vreemde taal zoals het Engels terug te hoeven grijpen.
Ten laatste valt mij op dat streektalen soms schitterende woorden en uitdrukkingen kennen, die nu met hen dreigen te verdwijnen. In het Gronings is iets niet mooi maar schier, of zelf aibels schier, en als je doodgaat dan sterf je niet maar “kom je oet de tied”. Wat een filosofische gedachte zit daarachter!
Troost is dat al dit moois goed gedocumenteerd is en daardoor niet echt verloren zal gaan. Maar het leven is er straks wel uit, er komt niets nieuws meer bij. Zonde. En tevens het voorland van het Nederlands: ik denk dat dat, met het oprukkende Engels, over 100 jaar in dezelfde positie verkeert. We hebben hier dan een dialect van het Engels, met een lichte Nederlandse tongval en enkele resterende woorden.
Spijtig maar onvermijdelijk. Maar om het proces te vertragen heb ik, als IT’er, nog wel een initiatief bedacht: ik ga bezig om in Python een geheel automatisch vertaalprogramma Nederlands-Gronings te maken, de Grunnificator. Ik houd jullie op de hoogte van de voortgang en hoop hem over een tijdje online te kunnen zetten Tot die tijd: kop d’rveur